Sinds de overwinning van meneer Trump in de Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft het gespookt in mijn hoofd. Eng om te zien dat mensen uit puur protest iemand met de overtuigingen van die man konden verkiezen tot hun president, maar ik begon me af te vragen of het hier ook kan gebeuren; of wij er hier ook toe in staat zijn om feiten, xenofobische en racistische uitspraken te negeren om een demagoog ons land te laten besturen.
Zeker na de toon die is gezet in Amerika over het afgelopen jaar is de inzet immers: als je maar klare taal spreekt, maakt het niet uit wat er uit je bek rolt. Toch?
En als we daarin meegaan, zijn we minstens zo erg als die Amerikanen waar we nu al dagen met afschuw, spot en ongeloof over praten.
Die uitspraak: hij zegt wat ik denk/voel, daar moet toch automatisch een andere vraag aan gekoppeld zitten? Is wat ik voel misschien eigenlijk wel gewoon een beetje fout?
Als iemand hardop een door angst of onwetendheid of eenvoudige gemeenheid ingegeven uitspraak doet waarvan hij eigenlijk best weet dat die niet te verteren is omdat het gedachtengoed erachter niet in orde is, dan hoef je zo iemand niet te prijzen omdat hij hardop zegt wat niet deugt en wat andere mensen dan dus misschien wel voelden/dachten maar tot dan ook niet hardop zeiden omdat het niet deugt. Zulke ideeën worden niet opeens verheven of fatsoenlijk omdat een politicus ze luidkeels verkondigt.
Laten we proberen om te leren van de fouten die nota bene op ons eigen grondgebied nog geen honderd jaar geleden zijn gemaakt, en waarvoor velen zich nog steeds plaatsvervangend schamen. Een collectieve waanzin die zo erg is geweest dat generaties later nog steeds geen excuses afdoende zijn om goed te maken wat de bevolking hier toen een hele bevolkingsgroep heeft aangedaan. Omdat een demagoog zei dat het hun problemen zou oplossen – problemen die daardoor niet alleen nog veel erger werden, maar die gezelschap kregen van andere, nog veel ergere problemen. Een onderbuikreactie die zoveel schade heeft berokkend dat er na afloop van WO II meerdere verdragen zijn opgesteld in een poging ons in de toekomst te beschermen tegen onze eigen kwade demonen. Het is triest dat dat überhaupt nodig is, dat dat fatsoen niet ingebakken zit en verwacht mag worden.
We hebben toegang tot meer kennis, informatie en communicatiemogelijkheden dan ooit. Er is geen excuus meer om ongeïnformeerd te zijn als we dit soort belangrijke beslissingen maken. Ja, we voelen en we vrezen, maar we moeten ook denken en durven.
En dat betekent dat we niet alleen haat en isolationisme moeten afwijzen, maar vooral ook dat de politiek een goed alternatief moet bieden voor de retoriek van de populisten en demagogen die ons vertellen wie we de schuld moeten geven van alles, maar die met geen woord reppen over daadwerkelijke oplossingen. Alsof met de vinger wijzen het antwoord is. Het is wel makkelijk natuurlijk: dan hoef je je verder niet in te spannen om constructief te zijn en kun je net doen alsof globalisering niet bestaat, behalve als het je uitkomt. En dat cynisme, daar halen de populistische partijen hun macht vandaan. Ze zijn er echt niet in geïnteresseerd het leven beter te maken voor “echte” Nederlanders.
Dus, politiek Nederland, laat je van je goede kant zien. Erken dat er een hoop mensen zijn die legitieme problemen hebben met de gang van zaken hier, die zich zelfs gemarginaliseerd voelen, en doe het niet af als een gevalletje “ze begrijpen er niet genoeg van”. Zie de problemen, en bied constructieve oplossingen of op zijn minst een uitleg.
En wij als kiezers: laten we asjeblieft leren van onze eigen en andermans fouten, en niet vanuit de onderbuik besluiten. Laten we niet een land creëren waar politici onze burgers bang maken voor onze medeburgers. Dat land bestaat al: het heet Amerika.